Deel 25: Op reis met Campooz: Wakker worden!

Het is midden in de nacht en pikkedonker buiten. Helgoland is tot rust gekomen. Ook Anna slaapt. Jos niet. Hij vindt het nog steeds spannend om zo illegaal te kamperen op een eiland ver van huis. Op een plek waarvan hij de taal niet goed begrijpt. Anna heeft minder moeite met deze waaghalzerij. De zee sukkelt op de achtergrond lekker door. Jos probeert zich te focussen op zijn ademhaling en luistert naar het water. Uiteindelijk valt ook hij in slaap. Maar dat is niet van lange duur. Er schijnt een zaklamp richting de tenttrailer en vanbuiten klinkt een stem.

‘Hallo, was macht das hier?’

Jos schrikt op uit zijn slaap. Hij lag net lekker. Ook Anna moet eraan geloven. Jos staat op uit bed, loopt richting de tentopening en steekt zijn hoofd naar buiten.

‘Ja, Hallo?’

‘Du darfst hier nicht campen!’

Dus toch. Zou iemand Jos en Anna verklikt hebben of loopt deze man elke nacht rond met een zaklamp? Hij heeft in ieder geval een uniform aan en het lijkt alsof hij van de lokale politie is. Jos vraagt zich intussen af hoe druk zo’n politieagent het hier heeft. Goed, hij vangt nu twee wildkampeerders. Hij zal vast zijn handen vol hebben aan roekeloze kampeerders.

zaklamp

‘Ah, dattuh, euh, wisten wir nicht, Herr!’

‘Kansst du dir das nicht selbst denken?’

Ja, goed punt. Jos had het zich al bedacht, maar had zichzelf in een fuikje gepraat. Intussen komt Anna naast Jos staan en neemt het gesprek over. Haar Duits is immers veel beter. Dankzij haar charmes hoeven Jos en Anna gelukkig geen boete te betalen en mogen ze de nacht hier afmaken. Het is niet alsof het duo hier iets bewust aan het molesteren is. Gelukkig voor hen gebeurt dit vaker, gaf de agent aan.

‘Zo, daar komen we goed weg, An,’ begint Jos opgelucht. ‘Ik kon al niet in slaap komen en dan worden we ook nog zo afschuwelijk gewekt!’

‘Ach, als dit alles is, Jos! Hoogstens een beetje oponthoud tijdens de slaap, maar desalniettemin een uniek avontuur. En we mogen ook nog eens lekker doorslapen nu, zonder problemen.’

zeehond

De volgende ochtend staan Jos en Anna redelijk uitgerust op. Het gebeurt niet iedere nacht dat je gestoord wordt, tenzij je kleine kinderen hebt. En die hebben ze niet. Ze pakken alles weer in en zetten de auto met Fat Freddy weer op dezelfde parkeerplek neer als de dag ervoor. Vandaag gaan Jos en Anna naar het tweede eiland van Helgoland: Düne. Daarvoor vertrekt iedere 10 minuten een pendelboot die de oversteek maakt. Düne is zowel in de lengte als in de breedte ongeveer een kilometer lang. Niet al te groot. Eens zien wat daar te doen is.

‘Kijk Jos, allemaal zeehondjes!’ zegt Anna tegen Jos, terwijl ze van de pendelboot afstappen. ‘Het zijn er tientallen. Wat lief!’

‘Kom maar niet te dichtbij. Ze zien er erg lief uit, maar zeehonden zijn ook bloeddorstige moordenaars.’

Alsof de zeehonden Jos en Anna horen, draaien ze hun hoofden in de richting van het koppel. Ze kijken chagrijnig, alsof ze worden gewekt in hun slaap. Stiekem denkt Jos nu dat hij quitte staat met de zeehonden. Het zorgt er in ieder geval voor dat hij zich weer iets beter voelt. Eens kijken wat het eiland Düne in petto heeft voor het stel.

Wat gaan Jos en Anna op Düne doen? Je leest het volgende week.