Deel 23: Op reis met Campooz: Omringd door het water
Op hoge snelheid vaart de veerboot door de vaargeul richting Helgoland. Als je met de veerboot van Harlingen naar Terschelling gaat, maak je regelmatig enkele bochten, om zo de ondiepe stukken onder water te vermijden. Je wil natuurlijk niet vast komen te zitten. Met de veerboot van Cuxhaven naar Helgoland gaat dit iets anders. Deze veerboot vaart voor het grootste deel in een rechte streep richting het eiland. Jos en Anna genieten intussen nog steeds van een warme zon en een fris briesje op hun gezicht. Inmiddels hebben ze voor het gemak hun zonnebril ook maar opgezet. Vanaf de boot zien ze in de verte kleine contouren van het Duitse vasteland, maar het overgrote deel is een golvende blauwe streep. In de verte zien ze gaandeweg de tijd een eiland verschijnen, tot daar ineens Helgoland in zijn volledigheid in zicht komt.
‘De haven ziet er wat kaal uit, niet?’ kijkt Jos fronsend naar Anna.
‘Alsof de meeste havens van die trekpleisters zijn. Ik ben veel benieuwder naar wat erachter ligt.’
‘Hoe groot is dit eiland eigenlijk?’
‘Ik heb werkelijk geen idee, Jos. Daar komen we vanzelf achter.’

De veerboot legt rustig aan in de haven en Jos en Anna dalen van de trappetjes af richting hun auto. Eenmaal aan wal rijden ze met hun Fat Freddy achterop het eiland op. Tijd om Helgoland te verkennen. Voorbij de haven staan kleine, kleurrijke huisjes en heerst een toeristische sfeer. Daarachter begint een groene natuur met kleine heuvels op het eiland. Daarbovenop bevinden zich weer enkele huisjes waar mensen wonen.
‘Mogen we hier eigenlijk onze Fat Freddy zomaar opzetten?’ vraagt Anna zich hardop af. ‘Ik heb niet het idee dat er een camping is op dit eiland.’
‘We zetten ‘m vanavond gewoon ergens neer, An,’ reageert Jos met zelfvertrouwen. ‘Soms is het beter om achteraf om vergiffenis te vragen dan vooraf om toestemming.’
‘Wie ben jij?’ reageert Anna met enige verbazing in haar stem.
‘Noem mij een avonturier!’ zegt Jos, terwijl hij probeert om zelf niet in lachen uit te barsten.
Jos en Anna rijden de groene heuvels op met hun auto, zetten de auto neer en kijken om zich heen. Aan alle kanten zien ze water om zich heen, wat betekent dat het eiland niet heel groot is. Aan de overkant zien ze nog een kleiner eiland, het tweede eiland van Helgoland. Op dat moment vliegt er net een zweefvliegtuigje langs om op het eiland te landen.

‘Er is zelfs een vliegveld, joh,’ zegt Jos verwonderend.
‘Hoewel, ik denk niet dat hier zomaar een KLM vliegtuig landt met een groot aantal passagiers.’
‘Daar kan je wel eens gelijk in hebben, An,’ reageert Jos instemmend. Ze vervolgen hun weg over het eiland. Ze besluiten om pas in de avond, als het donker is, een plek te zoeken om hun Fat Freddy op te zetten. Lekker stiekem doen. Tot die tijd parkeren ze de auto op een centrale parkeerplaats, om de auto daar later op de dag weer op te halen.
‘Nou, An! Laten we Helgoland eens écht gaan verkennen. Eerst dit eiland en morgen het andere eiland?’
‘Waanzinnig idee, Jos!’
Vrij onlangs vertrokken Jos en Anna van huis. In korte tijd zijn ze al op verschillende plekken geweest in binnen- en buitenland en zo ineens staan ze op het relatief onbekende Helgoland. Maar wat is daar te doen?
Wat is er te doen op Helgoland? Je leest het volgende week.
Geef een reactie