Deel 18: Op reis met Campooz: Een culinaire start
Eigenlijk hoef je helemaal niet zo ver te reizen om je op een heel andere, onherkenbare plek te wanen. Jos en Anna wonen al jaren gelukkig samen in Assen. Bremen bevindt zich op slechts iets meer dan twee uur rijden, maar toch is het leven er zóóó anders. Op een mooie, zonnige dag is het net alsof je een sprookje van Grimm binnenwandelt. Ook niet gek, want aan de basis van deze mooie stad ligt het verhaal van de ‘Bremer Stadsmuzikanten. Een verhaal waar Jos en Anna deze reis in ieder geval niets van meekrijgen. Ze rijden de stad namelijk door, om op zoek te gaan naar een kampeerplek aan de andere kant van de stad, nabij de Oyter See.

‘We zijn nog maar net Nederland uit, maar toch heb ik het gevoel dat we al veel langer weg zijn. De straten zijn anders, de plaatsnaamborden zien er anders uit en de taal is vreemd,’ vertelt Anna, terwijl ze met de auto door Bremen rijdt. ‘Met die hoge autoweg zo langs het station, voelt het net alsof we in New York zijn. Maar dan een stuk dichterbij.’
‘Je fantasie begint al snel vorm te krijgen, Anna. Dat kan je straks mooi verwerken in je tekeningen,’ reageert Jos met verwondering.
Bremen is een grote stad met meer dan een half miljoen inwoners. Van heel Duitsland is dit de tiende stad qua inwoneraantal. Ten Noorden van de stad ligt de Bremerhaven, vanwaar je een veerboot kunt pakken naar het redelijk onbekende eiland Helgoland. Richting het Oosten vertrek je naar Berlijn, waar je aan de zuidkant van de stad richting het Zwarte Woud en München vertrekt. Het is nog maar de vraag waar Jos en Anna later naartoe gaan.

‘Laten we direct culinair beginnen aan onze reis, An. Wat denk je ervan om ergens een lekkere currywurst te scoren?’ zegt Jos bijna watertandend. ‘Ik barst van de honger.’
‘We moeten nog naar de camping toe, kijken of er überhaupt plek is en onze Fat Freddy opzetten,’ reageert Anna met lichte tegenzin op Jos’ voorstel.
‘Je weet hoe snel de tenttrailer is opgezet. Dat komt op dat kwartiertje ook niet meer aan. Het schemert pas lichtjes, waardoor we nog zat tijd hebben.’
Tien minuten later staan Jos en Anna met een currywurst in hun handen naast de weg. Jos kijkt als een kind zo blij, maar Anna vindt het eigenlijk niet zo lekker. Jos bestelt nog een tweede, terwijl Anna toekijkt.
‘We kunnen niet elke dag alleen maar eten bestellen, Jos. Dat is niet het kampeerleven. Ik stel voor dat we morgen een dag gaan leven op eten uit onze opslagruimte. Dan is vandaag onze laatste cheatdag.’

‘Dan bestel ik zo nog een derde currywurst,’ grapt Jos. ‘Nee, ik vind het helemaal prima. Het is voor mij nog even wennen dat ik mijn luxe leven gedag moet zeggen. Ik vind het fijn dat je mij meetrekt in de juiste gedachtegang.’
‘Mooi zo, Jos. Laten we dan maar gauw in de auto stappen en richting de camping rijden.’
Jos en Anna kamperen de komende twee avonden op camping Knaus, net buiten de stad Bremen. Ze komen er aan op het moment dat de zon eigenlijk al onder is gegaan. Het is nog net niet helemaal pikkedonker, maar donker genoeg om het opzetten van een tenttrailer knap lastig te maken.’
‘Maar gelukkig hebben we currywurst gehad,’ lacht Jos het moment weg.
Anna rolt met haar ogen en gaat op zoek naar een zaklamp.
Lukt het Jos en Anna om hun Fat Freddy in het donker op te zetten? Je leest het volgende week.
Geef een reactie