Deel 17: Op reis met Campooz: De grens over

Een gedraaide weerspiegeling van Raoul en Brugt zwaaien door de achteruitkijkspiegel de auto in. In de verte worden ze steeds kleiner, tot ze om de hoek verdwijnen. De laatste aanblik van een veilige thuishaven. Het enige wat Jos en Anna nog consistent door de achteruitkijkspiegel zien, is een licht hobbelende aanhanger.

‘Daar gaan we dan,’ zegt Jos, terwijl hij hard zijn adem uitblaast. Hij voelt toch enige spanning in zijn lichaam.

‘Waar wil je naartoe, Jos?’

‘Laten we niet direct te gek doen. Zullen we eerst naar Duitsland toe?’

‘Hamburg?

‘Zelf dacht ik aan Bremen. Nog iets dichterbij. Kunnen we daarna altijd nog naar Hamburg.’

‘Laten we een muntje opgooien.’

‘I like your style, lieverd,’ knikt Jos, met een gekrulde onderlip. Hij stopt zijn hand in zijn achterzak om zijn portemonnee eruit te pakken. Het is altijd de vraag of er daadwerkelijk kleingeld in zit. Gelukkig vindt Jos een euromuntje in het voorvakje, waardoor de weddenschap kan beginnen.

kaart lezen

‘Twee uit drie, Jos?’

‘Laten we het doen. Ik kies voor kop en dan krijg jij munt.’

‘Deal. Gooi maar.’

Na een 1-1 gelijke stand, wint Jos uiteindelijk de toss. Als een kind zo blij wrijft hij het Anna graag in dat hij heeft gewonnen. Ze zijn Assen nog niet eens uit of het is alweer reuzegezellig in de auto. De eerste reis gaat naar Bremen.

‘Gelukkig hoeven we niet direct zo lang en ver te rijden. Kunnen we meteen aan het begin van de avond een mooie kampeerplek uitzoeken. Ik zal eens kijken of er een leuke camping in Bremen is.’

‘Doe jij dat maar, Jos. Focus ik mij intussen op de weg, zoals je van me gewend bent. Bereid je maar voor, want ik ga niet de hele reis autorijden. Jij komt binnenkort ook aan de beurt.’

Zelf autorijden. Dat is lang geleden voor Jos. Het idee dat hij over een paar dagen zelf weer achter het stuurt mag stappen en kilometers mag maken op een vreemde weg, maakt hem weer Spaans benauwd. Jos probeert de gedachte van zich af te zetten door te denken aan de reis naar Bremen. Hij ziet het allemaal wel gebeuren.

duitsland

Intussen toert Anna heerlijk door in de auto. Het is rustig op de weg en ze heeft de vaart er mooi in zitten, zonder ook maar enige verkeersregel te overtreden. Het duurt dan ook niet lang voor de grens met Duitsland is bereikt.

‘Normaal sta ik niet zo stil bij het overgaan van de grens, An. Ik bedoel, we komen hier regelmatig om een boodschap over de grens te doen. Maar we keren vaak dezelfde dag weer terug. Nu is het maar de vraag wanneer we weer in Nederland terugkomen.’

‘Daar heb je helemaal gelijk in, Jos. Ik moet je eerlijk bekennen dat ik nu ook een raar gevoel heb vanbinnen. Maar het is wel een goed gevoel,’ reageert Anna met een lichte twinkeling in haar ogen.

‘Laten we Duitsland dan maar ingaan. Er is geen weg meer terug.’

‘Jawel hoor. Ik kan de auto gewoon weer omdraaien,’ knipoogt Anna naar Jos.

Ze rijden Duitsland in.

‘Gauw op zoek naar de Autobahn,’ vervolgt Anna. ‘Dan kan ik dit bakbeest eens helemaal opentrekken.’

‘Vergeet niet dat je nog een tenttrailer achter de auto hebt hangen, hè?’

‘Dat komt helemaal goed, Jos. Geen zorgen.’

Ze is echt gek. En ik ben gek op haar.

Benieuwd hoe Jos en Anna aankomen in Bremen? Je leest het volgende week.